Whisky met gletsjer
9 november �
3 december 2000
Coyhaique, Chileens Patagonië Santiago Santiago is een grote stad met ruim 4 miljoen inwoners. Mooi gelegen, tussen een aantal heuvels in. Dat houdt de luchtvervuiling lekker vast, zodat automobilisten �s morgens in de krant kunnen lezen welke kentekens door de stad mogen rijden. Het is wel weer even wennen om je wcpapier gewoon in de wc te gooien en niet in een bakje ernaast. De stad wordt gedomineerd door de Cerro San Christobal. Er gaat een tram naar de top van de heuvel (wordt met staalkabels omhoog getrokken). Muziekgroepen in kleurige klederdracht laten hun mascotte�s inzegenen in het kapelletje op de top. De drums en trompetten verdoven de oren in de kleine ruimte. Ze kijken er erg serieus bij. Het heeft wat van de Carnavalsmis in de Sint Jan, al die verklede mensen in de kerk. Het uitzicht is schitterend. Het is zondag, dus er is weinig smog. De stad is immens groot en doet zijn uiterste best om op zowel New York als Parijs te lijken. Modern. Mobiele telefoons. Brede winkelboulevards. Maar ook pittoreske steegjes en huizen. De bussen rijden met 80 kilometer per uur door de smalle straatjes. Bellavista is het uitgaanscentrum met cafeetjes (�Schoperias�, genoemd naar het lokale Schopbier), restaurants en disco�s. De zondagmarkt puilt uit van de ouwe troep. In het park wandelen de families, treden clowns op en kun je je laten schminken. Twee piassen met
beschilderde gezichten halen capriolen uit tussen het voortrazende verkeer.
De mensen zijn vriendelijk. Als we ons orienteren met de kaart, komt iemand
op ons af om ons te helpen. Het eten is er goed.
Qua cultureel bezoeken we het Museum de Arte Precolombino met een verzameling beelden en kunstvoorwerpen uit heel Centraal en Zuid Amerika. Er is ook een voetbal uit de oude tijd. Goed gebruik was dat de verliezers na een potje voetbal werden onthoofd. Het meeste is aardewerk, maar het is een mooi overzichtelijk museum. Pucon We slaan Noord-Chili dus over. Chili is een raar land. Het is 4350 kilometer lang en iets breder dan Nederland. Om een indruk te geven: de afstand van Noord naar Zuid is even groot als van Amsterdam naar Mali of Ivoorkust! Dat geeft dus veel klimaten in 1 land. In het Noorden is er veel woestijn en is het altijd droog (er is daar een weerstation dat al 50 jaar geen neerslag heeft gemeten). In het Zuiden zit je op een paar breedtegraden van de Zuidpool en leven pinguïns en kun je met een boot tussen de ijsbergen varen. We halen de rugzak dus regelmatig helemaal overhoop. Korte broeken, t-shirt, zwembroek, lange broek, trui, handschoenen, muts, we hebben alles al nodig gehad. (Behalve de klamboe). Iemand grapte: �In Chili hebben we 2 estaciones (jaargetijden): de tren y invierno�. 1 seizoen dus: winter. In het Zuiden wordt het nooit warmer dan 15 graden. De bus naar het Zuiden is superdeluxe. Slechts 24 stoelen die in de slaapstand kunnen, zodat het bijna een bed wordt. Pucon ligt 1000 kilometer onder Santiago. Er hangt een zwavellucht door de actieve vulkaan El Misty. Deze ligt helemaal in de sneeuw en is om die reden nu niet te beklimmen. Het schijnt wel spectaculair te zijn om over de rand naar de bubbelende lava te kijken. We gaan in de relax-mode. We hebben met name in Peru veel gereisd en zijn toe aan even niets. We gaan drie dagen in een hutje in de bergen zitten, eigendom van een taxi-chauffeur (!) uit Pucon. Heerlijk! Absolute stilte, alleen een kabbelend beekje in de verte. Ik leen van de buurman een paar honderd meter verder zijn vishengel, schep zijn bootje leeg en ga het meer op. Niks gevangen, maar het is geweldig om helemaal alleen op zo�n groot bergmeer te zitten. We maken een lange wandeling naar Los 3 Lagos. Drie meren in het prachtig groen en wit van de bergen. We picknicken aan de rand van het meer. Chiloé Verder naar het zuiden dan. Het zuidelijkste puntje van Chili is niet overland door Chili zelf te bereiken. De enige opties zijn: vliegen, met de boot of door Argentinië. De omweg via Argentinië is ruim 700 kilometer (alsof je van Den Bosch naar Berlijn rijdt via Parijs). Vliegen willen we zoveel mogelijk vermijden, bovendien is het een prachtig gebied. Maar ook de boot is eigenlijk geen optie, aangezien je dan een aantal mooie stukken overslaat (en we geen zin hebben om bijna een week op een boot te zitten). We maken dus een
mix. We gaan overland naar Chiloé, een groot eiland onder Puerto
Montt. Er is daar een mooi nationaal Park.
Ondertussen doen we Castro nog aan (de aansluitende bus vertrekt pas zes uur later). Hier hebben ze vorig jaar de kerk geel geverfd (was paars en roze) en hebben ze huizen op palen in het meer. Onderweg zien we
liftende kinderen van 10, 11 jaar. In Nederland zou dat absoluut niet kunnen,
maar hier op dit geïsoleerde eiland is dat geen probleem.
We komen aan in Cucao, dat bestaat uit een stuk of 15 huizen en is een populair vakantie-oord voor de Chilenen zelf en de Argentijnen. Op het busstation van Castro hebben we een papiertje gezien van Miguel Angel. Hij heeft kamers en verhuurt paarden om het park in te trekken. Dat lijkt ons wel wat. Het regent pijpestelen als we bij zijn huisje aankomen. Alles is op slot en donker, 1 kamerdeur staat open. We leggen onze spullen neer en wachten. Het is bitter koud, we hebben alles aan wat we bij ons hebben, inclusief thermisch ondergoed. Reizen is voornamelijk wachten, maar dit duurt wel heel erg lang. Maar verder is er in het dorp weinig te beleven dus we blijven maar hangen. Eindelijk, na 5 uur (het is inmiddels half elf en volledig donker), horen we paarden. Miguel had twee toeristen bij zich en ze waren in de bergen overvallen door het slechte weer. Hij brengt de paarden
terug en we drinken koffie en eten Kuchen aan de eettafel in zijn gezellige
huisje. Hij is 25 jaar politiek en economisch journalist in Santiago geweest
tot hij genoeg had van het jachtige leven en dit huisje met grond erbij
kocht en �iets heel anders ging doen�. Hij heeft twee eenvoudige kamers
en een kampeerlandje bij het meer. Hij wil niet in een reisboek, want dan
moet ie alleen maar meer infrastructuur aanleggen. Hij vertelt veel over
de omgeving en over de politiek in Chili. Over de status en de schone schijn
(veel mensen hebben een mobiele telefoon van hout, om maar mee te doen.
Of ze rijden als het warm is zwetend met de ramen van de auto dicht, alsof
ze airco hebben), maar ook over de schitterende natuur.
De volgende dag is het mooi weer, maar we hebben nog geen zin om de paardentocht te gaan maken. We hebben een paar dagen de tijd, dus we gaan eerst wat wandelen door het park en naar het strand (Cucao ligt aan de Grote Oceaan). Het waait, de golven zijn hoog, maar het is nog te koud om op het strand te gaan zitten. We waaien wel lekker door. In het park bloeit de gouden regen. Grote roofvogels zweven boven onze hoofden. Als we terugkomen, vertelt Miguel dat hij met de twee andere toeristen vertrekt en morgenavond laat weer terugkomt. We kijken wat verbouwereerd als hij de sleutels van het huis aan ons geeft en uitlegt hoe de waterpomp werkt en dat de hond �s morgens en �s avonds een handje brokjes moet. Dan komt de bus en ze vertrekken. Ina heeft nog de tegenwoordigheid van geest gehad om de prijs te vragen voor als er andere gasten komen. Hij denkt niet dat dat gebeurt. Hij had ongelijk. Dezelfde avond komen vier reizigers terug, die een nacht hebben doorgebracht in de bergen. En twee Chileense wetenschappers die een maand een onderzoek naar schelpen willen doen. We zetten koffie
voor wie wil. De Chilenen voelen zich al helemaal thuis. Nemen een douche
en braden een kippetje op Miguel�s fornuis. We weten niet helemaal of dat
de bedoeling was, maar ze braden er ook eentje voor ons, dus wie zijn wij
om commentaar te hebben?
De volgende ochtend voelen we ons echte beheerders. Ik pomp het water op naar de grote ton, die tien meter hoog op een stellage staat. Ik steek de geiser aan, geef de hond te eten, we incasseren het geld van de kampeerders. We zetten een CD met klassieke muziek op. Er hangen boxen buiten. �s Avonds komt Miguel terug, alsook zijn vrouw. Hij mag het kapitalistische, zakelijke leventje dan gedag hebben gezegd, we moeten gewoon het volle pond voor ons verblijf betalen! Coyhaique We nemen de veerpont vanaf het zuiden van het eiland naar Puerto Chacabuco (zo�n 400 kilometer verder naar het zuiden, maar dan op het vasteland van Chili). Dit is een aanmerkelijk goedkopere optie! De reis duurt 40 uur en kost maar fl. 20,-. Het duurt wel lang. Onderweg stopt de pont 9 keer. Soms bij een dorpje, soms aan het strand en 1 keer kan de boot in het geheel niet aanleggen en komt er een klein bootje langszij varen. De boot zit vol met Chilenen, dit is waarschijnlijk het goedkoopste vervoer. Nauwelijks toeristen. Het inladen van de auto�s en vrachtwagens duurt drie uur (opleggers moeten achteruit met een bocht inmanoeuvreren). Er zit een klein restaurantje in, waar eenvoudige maaltijden klaargemaakt worden. Er zijn geen cabines aan boord, iedereen zit in de grote ruimte benedendeks. Het lijkt op de pont naar Terschelling, alleen de lucht ruikt na 40 uur anders. Overal slapende mensen en bergen bagage. Grote tv�s vertonen oude Amerikaanse en Japanse actiefilms. De tocht is wonderschoon. We varen tussen de fjorden (vergelijkbaar met Noorwegen of Milford Sound in Nieuw Zeeland). Dolfijnen zwemmen hele stukken mee. We zien zeehonden en pelikanen. Het is koud en tussen de flarden mist zien we de besneeuwde bergtoppen. De tweede nacht
heb ik oordopjes in. De eerste nacht werd ik continu wakker van de klapperende
deur (wij lagen vlak naast de personeelsdoorgang).
Een aannemer geeft ons een lift naar Coyhaique, waar we de was doen en uitvinden dat verder overland naar het Zuiden onmogelijk is. Gisteren zijn we met een boot naar Laguna San Rafaël geweest. Daar is een enorme gletsjer die langzaam de lagune ingestuwd wordt. Het is een prachtig gezicht: we wisten niet dat ijs zo blauw kon zijn. Met een klein bootje varen we tussen de ijsschotsen door. Als we midden tussen het ijs zitten, haalt de schipper een fles Johnny Walker en een stel glazen te voorschijn. Het ijs scheppen we zo van het water! Mmmmmmm.....
;-)
We zijn nu dus
in Patagonië, een gebied wat zo op het eerste gezicht wat weg heeft
van Zwitserland of Noorwegen. Er zijn hier weinig verbindingen en veel
bergen. Bussen rijden maar 1 x per week.
We zullen dus vanuit hier Argentinie in gaan en dan verder naar Zuid Chili. Planning voor de komende weken: 5 december: met de bus naar Puerto Natales, van waaruit je naar Torres del Paine kunt, één van de hoogtepunten van Patagonië Rond 12 december: Argentinië in (zodat we net de National Tango Day in Buenos Aires missen, helaas). ;-( Hasta luego! Arno & Ina, 2 december 2000, Coyhaique, Chileens Patagonië |