Laos in een notendop: prachtige natuur, bijzonder aardige mensen, mooie tempels, erg relaxed en zeker nog niet zo toeristisch als Vietnam en dat merk je dus ook aan de prijzen. Aan de grens met Vietnam, 3 augustus 1998 De douanebeambte wil $1 dollar extra
in rekening brengen omdat het vandaag zondag is.
We gaan vroeg naar bed. De volgende dag doet de bus naar
Savannakhet 7,5 uur over de tocht van 100 kilometer.
Het land lijkt in afzondering te leven van de rest van de wereld. Als morgen de financiële markten wereldwijd instorten, staat de Laotiaan zoals elke morgen op om naar zijn land te gaan en rijst te verbouwen. In Noord Laos wordt opium verbouwd.
Ooit is er een dierentelling geweest in Laos (vraag niet waarom).
Wat weinig mensen weten, is dat Laos
ook behoorlijk te lijden heeft gehad onder de Vietnam oorlog.
De bus van Savannakhet naar Vientiane doet 10 uur over de 400 kilometer. Niet slecht dus. Het is bomvol, meisjes met levende krabben in rieten mandjes. Soms stopt de bus, zodat iedereen
boodschappen kan doen. Je hoeft er de bus niet voor uit, de verkopers staan
buiten of lopen de bus in. Rijst, deegballetjes in bananenblad.
Vientiane (spr. uit Vjen Tsjang)
is de hoofdstad van Laos, maar er is niet zo gek veel te beleven behalve
een mooie tempel. In de stad staat een Arc a la die in Parijs.
'Bewakers' van de hoofdtempel van Vientiane, Laos Het grootste biljet dat ze in Laos
hebben, is dat van 1000 kip. Dat is ongeveer 50 cent. Dus als je
naar de bank gaat en je wil $200 dollar ophalen, krijg je 717 briefjes
van K1000.
Wederom met de bus gaan we naar Vang
Vieng in het noorden. De route is mooi groen en overal zie je het grijze
karstrots.
We wandelen naar de rivier en steken over met en langwerpige houten boot.
Het voelt of hij elk moment kan omslaan.
De grot is zeker 20x20 meter, vol
met stalagmieten en -tieten, druppels die in uitgesleten rotsen vallen
en midden in de grot, onder een schitterende lichtval, een tempeltje met
een slapende gouden Boeddha.
Het is net of de mensen hier ietwat
verbaasd zijn over die blanken die hun dorpjes bezoeken. Er zin wel toeristen,
maar het is niet toeristisch.
Over drie jaar word je hier de bus
uitgetrokken. "To the caves? to the Caves? Only $20, drinks included!".
Op 9 augustus gaan we met de bus
van Vang Vieng naar Luang Prabang.
We wachten bij de doorgaande weg
met drie Italianen die eruit zien of ze naar het strand van Amalfi gaan.
Er stopt een bus naar Kasi, halverwege. In het boek staat dat Kasi vooral bekend is om gewapende overvallen op bussen. We stappen er over op de bus naar Luang Prabang. Er is geen plaats meer, we zitten op een krukje op het gangpad en worden stevig heen en weer geslingerd tijdens de vele haarspeldbochten. De chauffeur draait keiharde panfluitmuziek.
We komen laat aan en de guesthouses die we wilden, zijn allemaal vol. We laten ons door de tuk-tuk naar een achteraf hotelletje brengen waar een vriendelijke dikbuik ons welkom heet. De volgende dag wandelen we door
het stadje, zien prachtige tempels en het voormalig koninklijk paleis.
Bij een van de tempels zijn monniken de boten aan het schuren voor de jaarlijkse drakenbootrace die hier over twee weken wordt gehouden.
Monnik in Luang Prabang inspecteert de wedstrijdboot van het klooster Op 11 augustus gaan we naar de Kuang
Si watervallen. Deze zijn werkelijk schitterend, als op een oude japanse
prent.
We kregen een tip om naar Muang
Sing te gaan. Dat stelt ons echter een beetje teleur. Er is een leuke
markt, waar de hill tribes hun waren kopen en verkopen, maar het
is nogal toeristisch.
We huren een fiets die het na 5 kilometer begeeft. Vanaf hier zouden we de vrachtwagen
naar Xieng Kok nemen door de jungle naar de Thaise grens, maar dat lukt
niet. Door de overvloedige regengeval is het gebied niet begaanbaar.
In het 'haventje' zit een soort Don Corleone die de boten verdeelt en de schippers toewijst. Prachtige tocht over de Nam Tha rivier. Groen in alle tinten, dichte jungle. We zitten met zijn vijven in een smalle boot. Aan de rivier zijn veel activiteiten. Er zitten blijkbaar heel wat dorpjes verstopt in het oerwoud. Vrouwen in sarongs doen de was, kinderen springen uit de bomen en mannen vissen vanuit kleine houten bootjes. Hiervoor gebruiken ze manden en netten. Officieel moet je je tijdens deze
reis bij ieder district in en uit laten checken.
Thailand halen we niet meer. De motor
van de boot begint te stotteren en we leggen aan bij een klein dorpje.
De rieten huizen zijn tegen de heuvel gebouwd.
Per boot steken we in Huay Xai de Mekong over naar Thailand. De komende maand brengen we in Thailand
door. De plannen voor de komende maanden zijn een beetje gewijzigd. In
oktober zitten we in Maleisie en begin november gaan we vanuit Singapore
naar Australië, waar we twee maanden (= 1 maand langer) zullen blijven.
We gaan dus niet meer naar Indonesie.
|